Onderzoekend spelen
26.02.19

This text in Dutch was published in the publication Accidental Paper Scraps which just recently came out. I offer it here for you to read.

“Als ontwerper heb ik altijd de noodzaak gevoeld om mijn werk te ondersteunen met een vrije ruimte voor onderzoekend spelen. Op zich is dat een contradictie want het vak van de ontwerper is per definitie een dienstverlening naar een opdrachtgever toe. Maar ik heb altijd een stuwen gevoeld naar een autonome praktijk waar het maken zelf centraal staat en in alle vrijheid onderzocht wordt. Een plek waar ik met de elementen die ik dagelijks gebruik en waar ik soms achteloos mee omga, in een intieme relatie treed.

“Terwijl een productieproces steeds een duidelijke finaliteit heeft in de vorm van een artistiek product, dat vervolgens aan een publiek kan worden getoond, overschrijdt een praktijk vaak de grenzen van zo’n proces en kent ze geen helder einddoel. Als een doorgaande stroom van zelf-educatie en oefening, die zorgt voor een gestage aanwas van ervaring, is zij een doel in zichzelf.” 1

Een drietal jaar geleden ben ik begonnen met de papiersnippers uit mijn papierbak te schikken en samen te brengen in een reeks montages. Ik noemde de serie Accidental Paper Scraps. Zoals een schilder regelmatig schetst, simpelweg bij wijze van oefening en onderhoud van zijn hand, schikte ik dagelijks gevonden en weggegooide snippers op een blad. Mijn papierbak diende als subject in dit onderzoek dat ik aan mezelf oplegde. Wat kon ik aanvatten met een reeks verloren papiersnippers? Ik kieperde mijn papierbak op de grond en begon de stukken papier afval naast elkaar te schikken, als gereedschappen op een werkvlak. Wat kon ik met deze snippers, verscheurde bladen, bevlekte pagina’s en verkreukelde enveloppen?

“There is never nothing, but always something. Even when you think that there is not. And maybe this thing that you are not able to see, or you don’t realise is there, is invisible because we are conditioned to detect importance in other things then the thing which is hidden in nothingness.” 2

Waar ik in een eerder werk actief papier ging versnijden, verbood ik mezelf nu de schaar aan te raken. Ik wou komen tot een natuurlijke manier van omgang met mijn materiaal. Het verleden had immers reeds een aanzienlijke vervorming op hen nagelaten. Een factuur ongeldig verklaard door twee horizontale scheuren. Fijne draden afgekapt van een dik boekblok. Restvormen van fel gekleurd papier in een bevallige vorm. Weggegooide kindertekeningen van eerder bezoek. Verkreukelde typografische schetsen.

“Praktijken genereren in de eerste plaats aandacht. Dat is een mentale toestand waarin men zich openstelt voor de directe omgeving – voor een bepaalde tekst, het eigen lichaam, een specifieke beweging, een concrete groeps-dynamiek, iemands manier van spreken…” 3

Ik schikte ze naast elkaar. Verdeelde een vlak in twee. Geplooid rood bovenaan en wit verkreukeld onderaan. Ik pakte een prop papier en plette hem plat op een blad. Handgeschreven onderaan en wit verscheurd bovenaan. Verloren snippers gestrooid op een blad. Een willekeurige compositie. In elkaar gevouwen en gescheurde oude facturen haalde ik uit elkaar en plaatste ik in een reeks naast elkaar. Een scheef geprinte schets gehoekt in een blad. Gekleurde resten gestapeld op elkaar. In een compositie geschikt tot een geheel.

“We have lived for too long in the dreary region of homo economicus, our lives shadowed by principles of self-interest, utilitarian necessities, instrumental moralities. But we are permitted to hope; to revive those great and optimistic words of Breton: Perhaps the imagination is on the verge of recovering its rights. We must welcome, as did the surrealists, the re-entry into modern life of homo ludens, the imaginative man at play, the intuitive visionary.” 4

Wat betekent dit werk? Dit praktijkproject, dat noch product noch oefening is? Ik bewandel een ruimte tussen product, praktijk, oefening en uitvoering. Is dit een poging tot zelf-educatie? Ik spendeer tijd met wat voor me ligt. Ik kijk er naar en bestudeer het. Er groeit een vorm van aandacht waar ik gestaag ruimte voor laat. Kan deze dagelijkse praktijk een autonome motor voor productie worden?

“In het boekje Über das Zaudern (2007) schrijft filosoof Joseph Vogl over het aarzelen als een actief gebaar: “dat omvat een idiosyncratische precisie, een idiosyncrasie tegen de vastigheid van de wereldtoestand, tegen de onherroepelijkheid van oordelen, tegen het definitieve karakter van oplossingen, tegen de beslistheid van gevolgen, tegen de duur van wetmatigheden en het gewicht van resultaten.” 5

Een aantal jaar geleden besloten Ines Cox en ik bij wijze van nieuwjaarsresolutie elkaar dagelijks een collage van de krant te sturen. Terwijl het in het begin nog onduidelijk was wat we met deze brief-wisseling wilden, creëerde deze praktijk een vrije ruimte waar nieuwe ideeën en concepten konden ontstaan – een soort van creatieve workout. Naarmate we vorderden zetten we meer en meer restricties in bij de analyse van de krant. We deelden de krant op in formele beperkingen: witruimtes, voetbal, koppen, out of focus beelden, lichaamstaal, trivia etc… De krant verknippen en vanuit verschillende perspectieven bekijken gaf ons analytische scherptediepte in het medium van de krant. Het werd een formele, diepgaande studie. Tegelijkertijd merkten we dat het strakker hanteren van restricties ons een grotere vrijheid gaf in het maken van een collage en dat de opgezette restricties het maakproces gingen leiden.

“I like the idea of seeing less in order to see more; that I can actually see some things more concentratedly by staying where I am and not going out to explore. No hiking, no kayaking, none of those things; just sit in front of one view for hours on end.” 6

Deze bevindingen hebben mij aangespoord het spel met restricties en dagelijkse oefening verder uit te zetten in deze Accidental Paper Scraps. Enerzijds als studie van een bepaald medium en anderzijds als studie van de methode zelf. Deze zelfopgelegde oefeningen worden als het ware een microklimaat waar ik in abstractie over mijn werk kan nadenken. Ze staan toe een medium diepgaand te leren kennen door ze constant terug op te nemen. In die zin heeft het een rechtstreekse betrekking tot het onderwijs, want ook dat is een simulatie van de echte wereld in de vorm van een microklimaat.

“Het verlangen groeit om tegen productiedwang in ruimte en erkenning te vragen voor de basis van de artistieke arbeid, die omwille van haar traagte en onzichtbaarheid economisch onvoldoende wordt gevaloriseerd binnen het huidige kunstenbestel.” 7

Welke rol neemt deze serie in binnen mijn werk? Is het een oefening? Een praktijk? Een autonoom werk? De wil groeit om deze praktijk naar voor te schuiven als werk op zich. Als een ‘praktijkproject’. Een project waar de dagelijkse praktijk – die vaak eerder als onderhoud en oefening dient – naar voor wordt geschoven als het werk zelf. Een soort van emancipatie van mijn praktijk die ik dagelijks voed en die ik nodig heb om werk te kunnen maken.

“Wat betekent het eigenlijk om als kunstenaar ‘werk te maken’ en ‘aan een oeuvre te werken’? Dat is de vraag! Ik heb zeker het gevoel gehad dat ik bepaalde gebaren stelde, dat ik dingen maakte waarvan ik achteraf beschouwd, met enige afstand in de tijd, kan zeggen dat het inderdaad ‘werken’ waren – terwijl er op het moment zelf hoogstens iets merkwaardigs gebeurt, iets memorabels, iets waarvan je voelt dat het belangrijk is, zonder dat je het een ‘werk’ kunt noemen.” 8

Ik schuif deze serie naar voor. Een autonoom werk dat zowel een onderhoudende oefening als finaal product is. Het ontgint zijn eigen terrein en claimt een onderzoekende blik. Het dient geen doel, het dient enkel zichzelf. Als een web van gedachten, oefeningen en uitvoeringen zoekt het een plaats tegenover mijn werk in opdracht waar het in relatie tot staat.”

“Ik geloof niet in een lineaire opvatting volgens dewelke alles en iedereen zich in dezelfde richting ontwikkelt – of het nu gaat om een kop hete koffie of wij die met elkaar praten. Kunst maken is rebelleren tegen die lineaire tijdsopvatting. Kunst maken is vooruitgaan in tegengestelde richting of averechts tegen de tijd ingaan.” 9

_1, 3, 7 Een uitnodiging om een wandeling te maken, Sébastien Hendrickx in Etcetera, 2015
2 Adva Zakai, Workout #5 Interview with School of Love, 2018
4 Mel Gooding in het voorwoord van A book of surrealist games, 1995
5 Vormen van aanspreking, notities over materiële geletterdheid, Jeroen Peeters in het boek Idiosyncratische Machine/Idiosyncratic Machine, 2019
6 Irene Kopelman, 50 Metres Distance or More – Notes on Representation Vol. 4, 2010
8, 9 Kunst en jeugd: gesprek met Joëlle Tuerlinckx, Koen Brams en Dirk Pültau in De Witte Raaf, 2008

The making of Accidental Paper Scraps
24.06.18

“We have lived for too long in the dreary region of homo economicus, our lives shadowed by principles of self-interest, utilitarian 'necessities', instrumental moralities. But we are permitted to hope; to revive those great and optimistic words of Breton: Perhaps the imagination is on the verge of recovering its rights. We must welcome, as did the surrealists, the re-entry into modern life of homo ludens,the imaginative man at play, the intuitive visionary.”
Mel Gooding in A Book of Surrealist Games, 1995

I am a firm believer of just showing up to your work. The idea that, if you find ways to engage with your work and get your hands dirty, your work flows. For this reason I will often challenge myself in various ways. I set myself a few restrictions with a deadline and off I go. Last year, I engaged in a studio residency where I had one goal for two weeks: find something to do and make with my paper bin. My paper bin is a beautiful collection of unused test prints, torn envelopes, tiny paper scraps, mis-cut papers and more… It is a beautiful mess. So the question arose whether I could make something out of it? I decided to spend a full two weeks with nothing else to do in my studio other than engaging with my paper bin.

2
The inside of the paper bin
8
Testing end to end scoring

Now as I said earlier, I am big fan of showing up to work. Often times just spending time with what is in front of you make ideas come to surface. Add some deadlines and restrictions to that and you are sure to get into a creative process where things unfold.

Many of us have learned to develop projects conceptually. While a strong concept is at the base of any good design project, the simple notion of just wanting to make something, the idea of playing and having fun creatively, of loosing yourself in the process often gets lost. But strangely it is one of the primary reasons many of us start design school in the first place!

1
Testing end to end scoring
4
Close-up of a possible stock space

John Huizinga defined our human species as a homo ludens, specifying that play is primary to and a necessary condition of the generation of culture. Huizing states that ‘play is older than culture, […] and animals have not waited for man to teach them their playing’. As such play is at the base of our nature.

However, throughout the course of our lives, we often unlearn how to play. Our lives get over-shadowed with utilitarian necessities. We live by our to do lists and we become unable think out of the box. Now I believe it is necessary for every human being to be able to play, but when you have a creative practice going on, it is of primal importance you are able to get your hands dirty.

10
First test in plastic folders
6
First test in plastic folders

That is why I will often challenge myself with a project where I have to kind of just… play. As we all know you need a playground in order to play. So last year, during my studio residency, I decided my paper bin would be my playground with I would show up once a week during the coming year to make something with the paper scraps it contains.

After two weeks of working with the pieces of paper and researching into their possibilities I finally decided to just arrange the paper scraps in plastic bags. I liked their accidental shape and form - slightly deformed by being thrown in the bin. Torn, to affirm the end of their existence. Cut, in an accidental pretty shape. I decided to keep their primal shape and play with them in order to find a composition.

This play has now been going on for a good year and a half. It has piled up to about 110 assemblages. For the coming three weeks I am going to engage once more in a studio residency trying to finish my year long play. Have a look here for the full archive and watch it grow!

5
First test collection of Accidental Paper Scraps
7
Accidental Paper Scraps in the streets